Wie in IJsland en zijn zuidwestelijke hoofdstad Reykjavik op vakantie is geweest, kan zijn of haar enthousiasme eenmaal terug in Nederland nauwelijks bedwingen. En dat is niet zo vreemd. Het eiland in de Noordelijke Atlantische Oceaan heeft een uniek en uit duizenden herkenbaar landschap van vulkanen, geisers, bergen, watervallen en ander moois. Toegegeven, een fly-drive Reykjavik is niet weggelegd voor strandliefhebbers, maar dankzij de warme golfstroom zijn de zomers zeker in Zuid-IJsland warmer dan je zou verwachten. Na ongeveer drie uur vliegen land je op Keflavik International Airport, op 50 kilometer van Reykjavik. Omdat IJsland geen spoorwegen heeft, is het verstandig om een auto te huren. Je kunt vanaf Reykjavik dan meteen de Golden Circle-route langs geisers, watervallen en natuurparken volgen.
De Golden Circle-route is een 250 kilometer lange roadtrip die bij Reykjavik begint en daar ook weer eindigt. Door de relatief korte afstand hoef je voor deze rondrit maar één dag of dagdeel uit te trekken. Het ligt er natuurlijk een beetje aan hoe lang je blijft hangen rond de bezienswaardigheden op de route. Je krijgt hoe dan ook een prachtige dwarsdoorsnede van wat IJsland zoal te bieden heeft aan natuurschoon. De trekpleisters zijn de geiser Strokkur, de tientallen meters hoge waterval Gullfoss en het natuurreservaat Thingvellir, waar de continenten Noord-Amerika en Europa uit elkaar drijven.
IJsland werd gevormd door vulkanisme. Hierdoor staat het land bekend om zijn warmwaterbronnen en geisers. Het Nederlandse woord 'geiser' is zelfs vernoemd naar Geysir, een geiser in de buurt van de Strokkur. Een heel bijzondere ervaring tijdens een fly-drive Reykjavik is het warme zoutwatermeer Bláa Lónið. Het ligt bij het vissersplaatsje Grindavik, 50 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad. Dit natuurlijke meer is 39 graden Celsius warm. De aanwezige mineralen en blauwwieren geven het water een lichtblauwe kleur, en zijn ook heel goed voor je huid. Je kunt er tegen betaling in zwemmen of ontspannen.
Om meer van IJsland te zien kun je met je gehuurde auto natuurlijk ook diverse excursies van Reykjavik naar het binnenland maken. Je kunt daarvoor trouwens het best een terreinwagen of 4x4 huren. Ongeveer 190 kilometer ten oosten van de stad ligt het dal Landmannalaugar. Hoewel IJsland grotendeels bestaat uit zwarte vulkanische grond bedekt met lichtgroen mos, trakteren de bergen in dit gebied je op kleuren als rood, geel, bruin en grijsgroen. Vlakbij staat de 1500 meter hoge vulkaan Hekla. Als je ook van wandelen houdt, kun je vanaf hier de 55 kilometer lange Laugavegur-route richting het noorden volgen.
Een fly-drive Reykjavik is niet compleet als je de kustroute naar het plaatsje Höfn niet hebt gereden. Omdat de enkele reis alleen al 500 kilometer is, moet je er wel genoeg tijd voor uittrekken. Onderweg kom je langs glinsterende meren, zwarte stranden en grillig gevormde ravijnen. En eenmaal in Höfn zul je er waarschijnlijk nog een paar dagen willen blijven. Er is hier namelijk genoeg te zien. Een must-see is de Vatnajökull, de grootste Europese gletsjer. Rond het met ijs bedekte gebergte ligt het 14.000 vierkante kilometer grote gelijknamige natuurpark met fotogenieke watervallen, groene valleien en zeer indrukwekkende rotsformaties.